‘Ik schreif faut’ van Martine Ceyssens is een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners over omgaan met dyslexie. Lezen en schrijven is belangrijk in onze samenleving. Hier moeite mee hebben kan voor kinderen en volwassenen verstrekkende gevolgen hebben. Omdat kinderen met dyslexie moeite hebben met lezen en schrijven worden ze vaak voor dom aangezien, wat natuurlijk niet goed is voor het zelfvertrouwen van het kind. Gelukkig wordt er steeds eerder en beter op dyslexie getoetst. Ín ‘Ik schreif faut’ wordt eerst uitgebreid ingegaan op wat dyslexie is en hoe we het kunnen herkennen, waarna besproken wordt wat we aan dyslexie kunnen doen. Het boek gaat daarbij in op twee dingen: het behandelen van dyslexie – hoe kunnen we zorgen dat kinderen beter gaan lezen en schrijven, maar ook op het makkelijker maken van dingen voor kinderen met dyslexie, zoals het gebruiken van een duidelijk lettertype, het gunnen van extra tijd bij opgaven waar veel gelezen moet worden, het gedeeltelijk mondeling afgelegen van een toets enz. Dit om ook te zorgen dat kinderen geen negatief zelfbeeld krijgen en ook de kans krijgen om goede cijfers te halen, met name ook voor vakken waarbij lezen en schrijven niet de hoofdzaak is, zoals geschiedenis, aardrijkskunde ed. Hoofdstuk 5 is duidelijk de start van het aanpakken van dyslexie en heeft de titel gekregen ‘En nu aan de slag…’. En inderdaad vanaf dan gaan we echt aan de slag. Voor kinderen met dyslexie is het belangrijk om goed de structuur van de taal in de gaten te hebben en daar gaat het boek dan ook vanuit. Het hoofdstuk volgt de opbouw van de spelling en stap voor stap worden de regels van de spelling behandeld. Belangrijk is dat kinderen eerst die woorden leren die men schrijft zoals met zegt, zoals jas, boek, duim. Pas daarna gaan de kinderen de regels leren en als laatste komen pas de woorden aan bod waar geen regels voor zijn, de zgn onthoudwoorden. Het boek omschrijft een hele duidelijke methode, waarbij ook aandacht is voor de denkwereld van het kind. ‘Zorg dat het kind voor de opdracht slaagt’ is bijvoorbeeld een regel die wordt aangegeven. Als een opdracht te moeilijk is, zal dat een negatief effect op het zelfbeeld van het kind hebben, daarom zijn kleine stapjes belangrijk. Verder bevat het boek een groot aantal oefeningen die zowel op school als thuis gedaan kunnen worden. De volgorde van de letters is voor mensen met dyslexie vooral een probleem en het Nederlands kent natuurlijk een aantal klanken die uit twee letters bestaan. Hoe maak je het nu voor kinderen beter te onthouden waar de u en waar de i komt in een woord als bijvoorbeeld huis? Het boek geeft hiervoor een aantal praktische tips, door de klanken te visualiseren. Ook voor andere valkuilen in onze taal geeft het boek veel truukjes. En natuurlijk ontbreekt een overzicht van andere boeken, organisaties en nuttige websites niet Al met al is het een zeer duidelijke handleiding met veel bruikbaar praktisch materiaal. De nadruk ligt vooral op de spelling. In het boek zit een apart stickervel waar de voornaamste spellingsregels nog eens uitgebeeld worden en die zo makkelijk ook buiten het boek gebruikt kunnen worden.
Ik schreif faut – omgaan met dyslexie
Marine Ceyssens
Uitgeverij Lannoo
ISBN 90 209 4451 7
Geef een reactie