Persbericht
Het grootste onderzoek ooit naar de (on)tevredenheid over het basisonderwijs gaat van start. Vanaf dinsdag 24 juni kunnen alle ouders van basisschoolleerlingen hun mening geven over vrijwel alle facetten van het primair onderwijs aan hun kinderen. Daarmee is het Nationaal Onderzoek Tevredenheid Onderwijsinstellingen (NOTO) het eerste landelijke onderzoek naar de tevredenheid van ouders over het basisonderwijs dat hun kinderen ontvangen.
De website van het Nationaal Onderzoek Tevredenheid Onderwijsinstellingen is op dinsdag 24 juni om 9.30 officieel in werking gesteld door Boris van der Ham, lid van de Commissie-Dijsselbloem (Onderwijsvernieuwing) en lid van de Tweede Kamer voor D66. Van der Ham liet weten het initiatief van harte te steunen.
Het NOTO ondervraagt ouders onder meer over de volgende onderwerpen:
- of ze tevreden zijn over wat hun kinderen leren
- hun mening over de gebruikte onderwijsmethoden
- het contact met de school en de leerkracht
- de faciliteiten op de school
- veiligheid
- pestgedrag
- het advies voor een vervolgopleiding
- en nog een breed scala aan andere onderwerpen. Ook wordt gevraagd naar waarden en normen. Sluit de religieuze identiteit van de school aan bij die van de ouders? Wat vinden ze van de manier waarop de leerlingen worden onderwezen in burgerschap?
Juist de breedte van het onderzoek kan voor onderwijs en politiek van nut zijn. Van der Ham: “De context rond het onderwijs was tot nu toe moeilijk in beeld te brengen. Met dit initiatief is dat in de toekomst wel mogelijk.”
Vanaf eind juni kunnen niet alleen de ouders, maar ook de leerlingen zelf hun mening geven over het onderwijs dat zij krijgen en over de school waarop zij zitten. Ook dit deel van het onderzoek wordt landelijk uitgevoerd en staat open voor alle leerlingen uit het basisonderwijs.
De waardering die ouders en leerlingen geven aan het primair onderwijs, is van groot belang voor scholen. Het beleid van het Ministerie van Onderwijs en de Inspectie voor het Onderwijs is in toenemende mate gericht op het begeleiden van slecht presterende onderwijsinstellingen. De scholen die geen reden geven tot zorg, zijn zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens over hun prestaties.
Tegelijk zijn ouders mondiger en kritischer geworden over het onderwijs aan hun kinderen. Er is een groeiende behoefte aan informatie over de prestaties van scholen, het rendement van het onderwijs, de sfeer op school en de faciliteiten die de school biedt aan leerlingen met uiteenlopende behoeften.
Bovendien staat het onderwijs hoog op de politieke agenda. Half juni debatteert de Tweede Kamer over het rapport ‘Tijd voor Onderwijs’ van de Commissie-Dijsselbloem. In dezelfde maand zal staatssecretaris Dijksma, verantwoordelijk voor het primair onderwijs, een voorstel voor een nieuwe toets- en verantwoordingspraktijk in het basisonderwijs voorleggen aan de Tweede Kamer.
Het NOTO sluit aan bij deze ontwikkelingen. De resultaten van het NOTO maken het mogelijk om scholen van bijvoorbeeld verschillende denominaties en met verschillende onderwijsconcepten met elkaar te vergelijken. Verder is het mogelijk om na te gaan in hoeverre zaken als de sociaal-economische achtergrond van leerlingen en de aard van het contact tussen ouder en school van invloed is op de tevredenheid van ouders over de onderwijsinstelling. Boris van der Ham: “Er is weinig vergelijkbaar onderzoek beschikbaar over het onderwijs, maar er is wel veel behoefte aan. Dit onderzoek is dan ook zeer nuttig en wij zijn benieuwd naar de resultaten.”
Om de toegankelijkheid van het onderzoek te waarborgen, is de vragenlijst beschikbaar in zowel het Nederlands als in het Engels, Turks, Arabisch (Marokkaans), Papiaments en Frans. Zowel deelname via internet (via www.scholenonderzoek.nl) als op papier is mogelijk. Het onderzoek zal via de scholen en via radio, tv en internet onder de aandacht van het publiek worden gebracht.
In het najaar van 2008 worden de eerste resultaten van het NOTO landelijk bekend gemaakt. Het eindresultaat over het schooljaar 2008/2009 zal voor de zomervakantie van 2009 bekend worden gemaakt.
Het NOTO zal jaarlijks worden uitgevoerd. Vanaf 2010 zal het dus ook mogelijk zijn om de resultaten van verschillende perioden met elkaar te vergelijken, en zo het effect van eventuele beleidsmaatregelen te volgen.
In de loop van het schooljaar 2008-2009 zal het NOTO ook beschikbaar worden in een variant voor het voortgezet – en beroepsonderwijs op verschillende niveaus.
Het NOTO is een initiatief van het Centrum voor Online Onderzoek. Het onderzoek is ontwikkeld in samenwerking met de Algemene Verenging van Schoolleiders, waarbij ca. 5000 basisscholen zijn aangesloten. Nederland kent in totaal 7692 basisscholen.
Annet zegt
Goed zo! eindelijk is een goed instrument om naar de school en zijn omgeving te kijken.
Ik heb 2 kinderen op verschillende basisscholen(gewoon en ZMLK) en ben blij dat ik nu sneller en duidelijker mijn mening kan geven over beide scholen. Ik hoop dat ik nu ook kan gaan kijken of de school zijn naam waar maakt in vergelijking tot de andere scholen hier in de omgeving en tevens heb ik gemerkt bij het invullen van de vragenlijst dat je je mening kunt geven over zaken die eigenlijk nooit op school ter sprake komen en die toch voor ons en onze kinderen belangrijk zijn. Ik hoop dat de school van mijn kinderen een aantal zaken die ouders antwoorden serieus oppakken en verbeteren, zodat je niet altijd als individu een gesprek of discussie hoeft aan te gaan. Het invullen was trouwens zo gebeurt, goed zo!!